Kwart over zes, zondagochtend. Zaventem, al lang geen normale plaatsnaam meer. Het was de plaats waar groepen, families, individuen uit de hele wereld aankomen en weer vertrekken. Het was ook de ‘heterotopie’ (=meervoudige plaats) bij uitstek waar geschiedenissen, actualiteiten, voornemens, harstocht en zakelijkheid in volstrekte onverzoenbaarheid zich even verenigden. Sinds 22 maart staat de naam Zaventem voor veel meer. De naam is een icoon dat model staat voor de complexe transitie die de westerse samenleving doormaakt. Een icoon verbonden aan gericht geweld en tegelijkertijd aan de belofte van absolute veiligheid.

Zondagochtend, vijf voor half zeven, de file is te vinden voor de vlieghaven. Open lucht. Militairen staan gezellig bijeen. Politie paraat. Private veiligheid coördineert de stromen. Een auto aan de kant, een onverzorgde met donker uiterlijk, net uit bed – denk ik-, wankelt naar zijn kofferbak. Een kleine opstoot van militairen erom heen. Doorrijden. Parkeren. De lift naar boven.

Zondagochtend, half zeven. De lift naar de vertrekhal, twee verdiepingen hoger. Een vrouw was me in de gang er naar toe al opgevallen. Vanwege haar prachtige, zijden hoofddoek. Terwijl ze liep bewogen de uiteinden sierlijk mee met haar soepele tred. Daarachter, op enige afstand een man. De lift stroomt snel vol, de enige die functioneert op zondagochtend half zeven. Een mengeling van culturen, het grootste deel blank, enkele afrikanen – goed gekleed in donker pak en wit overhemd – en op het laatste in een hoekje links voor, de man én de vrouw met hoofddoek, in de behoorlijk grote lift die 2500 kg kan transporteren naar boven. De vrouw met de prachtige hoofddoek heeft holle ogen. Van vermoeidheid? Ze kijkt schichtig naar beneden. Wisselt kort iets uit met de man. In een flits kijk ik naar het middel van de man. We staan slechts 30 cm van elkaar verwijderd. Gegeneerd vanwege mijn vooringenomen blik probeer ik dit goed te maken door de man en vrouw vriendelijk en met vertrouwen welkom te lachen. Maar zij kijken niet, zij staren naar beneden. Zij kijken uit beleefdheid al lang weg van een collectieve vooringenomenheid? Mijn schaamte blijft hangen. Het moment van non-verbaal mis-verstaan heeft de duur van het transport naar boven: 20 seconden. Zodra de liftdeur zich opent snellen de man en vrouw weg, nauwelijks gewicht, onzichtbaar. In mij daarentegen een schok: de wetenschap dat mijn waarneming onherroepelijk beïnvloed is. Een paar kilo zwaarder verlaat ik de lift.